Voor spoed zijn wij 24 uur per dag bereikbaar op 0488 48 29 00 | Contact
Voor spoed zijn wij 24 uur
per dag bereikbaar op
0488 48 29 00 | Contact
Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani. Deze bacterie en de sporen die erdoor worden gevormd komen overal in de grond en in mest voor. De bacterie dringt het lichaam binnen via wondjes. Aangezien een zuurstofloze (anaerobe) omgeving een vereiste is voor de groei van de bacterie, worden vooral diepe steekwonden vaak gezien als oorzaak van een tetanusbesmetting. Bijvoorbeeld als een paard in een roestige spijker stapt, of bij een diepe wond van prikkeldraad is de kans op besmetting met Clostridium tetani groot. Maar ook via de navelstreng van een pasgeboren veulen kan de bacterie het lichaam binnen dringen. In het lichaam gaat de bacterie toxines (gifstoffen) produceren. Deze gifstoffen zorgen uiteindelijk voor de problemen. De gifstoffen hechten zich vast in het zenuwstelsel en zorgen ervoor dat de afgifte van allerlei stoffen wordt geblokkeerd.
Door de aantasting van de zenuwen raken de spieren in het lichaam verkrampt. Dit kan de volgende verschijnselen veroorzaken:
De diagnose wordt gesteld aan de hand van het klinisch beeld. Het klinisch beeld is erg typerend voor de aandoening.
Voor tetanus bestaat geen gerichte behandeling. Als men er vroeg bij is, lukt het nog wel eens om de paarden beter te krijgen. Het succes is echter met name afhankelijk van de snelheid waarop de verschijnselen ontstaan. Hoe langzamer het verloop, hoe groter de kans op herstel.
De behandeling bestaat uit de toediening van tetanusserum. Dit bevat antistoffen tegen de toxines die de bacterie vormt. Alle toxines die al in de zenuwen zijn opgenomen kunnen helaas niet meer weggevangen worden. Om de bacterie zelf te doden worden antibiotica ingezet, maar dit is alleen heel vroeg in de ziekte zinvol. Hiernaast worden de paarden vooral symptomatisch behandeld, om hen zo comfortabel mogelijk te houden.
Op moment dat het paard komt te liggen wordt de prognose erg slecht. Vaak moeten we deze dieren euthanaseren, omdat ze anders stikken doordat ook de ademhalingsspieren verkrampen. 50-90% van de paarden met tetanus komt uiteindelijk te overlijden.
Een veulen is in de eerste maanden van zijn leven in principe beschermd tegen het tetanus door de antistoffen die het via de melk van zijn moeder gekregen heeft. Zorg er daarom altijd voor dat de vaccinatie van een drachtige merrie ruim voor de uitgerekende datum op orde is. Het veulen hoeft dan pas rond een leeftijd van 6 maanden voor de eerste keer gevaccineerd te worden. Daarna volgt dan een boostervaccinatie rond 4 weken na de eerste enting. Deze 2 entingen vormen samen de basisvaccinatie. De eerstvolgende vaccinatie moet uiterlijk 17 maanden na de basisvaccinatie gegeven worden. Door vervolgens elke 2 jaar te vaccineren wordt de hoeveelheid antistoffen bij het paard op peil gehouden.
Dit schema geldt ook voor volwassen paarden die niet of onvoldoende gevaccineerd zijn.
Tegenwoordig zien we nog maar weinig paarden met Tetanus omdat deze enting vaak in combinatie met de jaarlijkse influenza enting wordt gegeven.
Inenten tegen tetanus biedt geen 100 procent bescherming tegen tetanus. Ontsmet de navel van het pasgeboren veulen altijd goed en wees voorzichtig met wondjes bij paarden. Probeer altijd te bekijken hoe diep het wondje is en schakel bij twijfel een dierenarts in. Paarden die goed gevaccineerd zijn, hebben aanzienlijk betere overlevingskansen als ze tetanus oplopen, in vergelijking met niet gevaccineerde dieren.
Ook voor mensen die veel in aanraking komen met paarden en vuil is het verstandig om zich goed tegen tetanus te laten vaccineren.
Kwaliteit, innovatie en laagdrempeligheid. Dat is waar Lingehoeve Diergeneeskunde voor staat. We werken met een team van toegewijde dierenartsen en paraveterinairen die ieder hun eigen interessegebied hebben en op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen.