Voor spoed zijn wij 24 uur per dag bereikbaar op 0488 48 29 00 | Contact
Voor spoed zijn wij 24 uur
per dag bereikbaar op
0488 48 29 00 | Contact
Het Equine Influenza Virus, ofwel het paardengriep virus, komt over de hele wereld voor. Het virus is erg besmettelijk van paard op paard, met name via hoesten en neusuitvloeiing. Buiten het paard gaat het virus snel dood. Verspreiding via voedsel, water, kleding en materialen die in aanraking zijn geweest met een besmet paard is wel mogelijk, maar speelt dus een minder grote rol. Het virus tast de ademhalingswegen van het paard aan.
Als gevolg van de schade aan de luchtwegen zien we vervolgens vaak een bacteriële infectie, waardoor het paard opnieuw koorts kan krijgen. Sommige paarden kunnen uiteindelijk zelfs een longontsteking krijgen, waar de nasleep maanden van kan duren. We zien de ziekte voornamelijk bij jonge of oude dieren en dan met name als zij onvoldoende gevaccineerd zijn.
De verschijnselen die we bij influenza zien, zien we (deels) ook bij andere ziekten aan de luchtwegen, zoals droes en rhinopneumonie. Om de diagnose influenza te stellen zal een neusswab van het paard genomen worden. Deze wordt opgestuurd naar een laboratorium, waar het virus kan worden aangetoond.
Belangrijkste in de behandeling is dat de zieke paarden apart worden gezet van de rest, in een stofvrije stal met veel frisse lucht. Daarbij moeten de paarden absolute rust krijgen.
Daarnaast is de behandeling vooral gericht op symptoom bestrijding zoals het remmen van de koorts. Pas 2 weken na het verdwijnen van de laatste ziekteverschijnselen mag het paard weer aan het werk.
Vaccinatie is een belangrijk middel in de preventie van influenza. Hoewel vaccinatie een infectie met het influenzavirus niet volledig kan voorkomen, zullen de symptomen voor het paard en de uitscheiding van het aantal virusdeeltjes veel minder heftig zijn dan zonder vaccinatie. Door zoveel mogelijk dieren te vaccineren kan het virus zich dus veel moeilijker vermenigvuldigen en verspreiden onder paarden.
Het is daarom ook belangrijk om bij paarden die nieuw aan groep worden toegevoegd goed te controleren of de vaccinaties in orde zijn.
Een veulen is in de eerste maanden van zijn leven in principe beschermd tegen het influenzavirus door de antistoffen die het via de melk van zijn moeder gekregen heeft. Zorg er daarom altijd voor dat de vaccinaties van een drachtige merrie ruim voor de uitgerekende datum op orde zijn. Het veulen hoeft dan pas rond een leeftijd van 6 maanden voor de eerste keer gevaccineerd te worden. Daarna volgt dan een boostervaccinatie op 3 weken tot 3 maanden na de eerste enting. Deze 2 entingen vormen samen de basisvaccinatie. De eerstvolgende vaccinatie moet 6 maanden na de 1e vaccinatie gegeven worden. Door vervolgens jaarlijks te vaccineren wordt de hoeveelheid antistoffen bij het paard op peil gehouden.
Op de meeste maneges en pensionstallen is de jaarlijkse Influenza vaccinatie verplicht. Er bestaan handige apps voor op uw smartphone om u te helpen herinneren wanneer uw paard weer gevaccineerd moet worden. Ook sturen wij u een herinnering als het weer tijd is.
Naast vaccineren is ook hygiëne erg belangrijk. Op het moment dat een paard wordt verdacht van een influenza-besmetting is het belangrijk dit paard apart te zetten van andere paarden en heel strikt om te gaan met de hygiëne. Dit om verspreiding van het virus te voorkomen. Ook kan het verstandig zijn om nieuwe paarden op het bedrijf 2 weken apart te houden van andere paarden. Dit nieuwe paard kan immers ook influenza meebrengen.
Kwaliteit, innovatie en laagdrempeligheid. Dat is waar Lingehoeve Diergeneeskunde voor staat. We werken met een team van toegewijde dierenartsen en paraveterinairen die ieder hun eigen interessegebied hebben en op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen.