Voor spoed zijn wij 24 uur per dag bereikbaar op 0488 48 29 00 | Contact
Voor spoed zijn wij 24 uur
per dag bereikbaar op
0488 48 29 00 | Contact
Droes bij paarden wordt veroorzaakt door de bacterie streptococcus equi equi. De bacterie is in grote hoeveelheden aanwezig in de neusuitvloeiing en pus van besmette paarden. De ziekte is dus erg besmettelijk en kan bij paarden van alle leeftijden voorkomen. Toch zien we het het meeste bij jonge paarden, die vaak nog in de opfok lopen. Vaak openbaart het zich met koorts en snotneuzen als uitbraak in een stal. Een groot deel van de paarden wordt ziek en een enkeling zal er zelfs aan overlijden.
Vaak zien we na infectie dat paarden de rest van hun leven immuun zijn voor de bacterie en er dus niet nogmaals ziek van worden. Een enkeling krijgt op oudere leeftijd toch voor de tweede keer droes.
De abcessen kunnen openbreken. Soms wordt door de abcessen de keel dichtgedrukt, waardoor slikproblemen, snurken en moeite met ademen kunnen optreden. Over het algemeen verloopt de ziekte gelukkig mild, waarbij alleen de vieze neus en het hoesten optreden.
Complicaties die we nog wel eens zien na een droes-infectie zijn ‘verslagen droes’ en dragerschap. Bij sommige paarden verspreidt de bacterie zich via de bloedbaan verder door het lichaam, waardoor ook op andere plekken in het lichaam, zoals borstholte, buikholte of spieren abcessen ontstaan. Dit noemen we ‘verslagen droes’. Paarden met verslagen droes zijn vaak erg ziek, hebben wisselend koorts en vermageren sterk. Deze aandoening is vaak niet of moeilijk te behandelen.
Bij dragerschap heeft de bacterie zich genesteld in de luchtzakken van het paard. In eerste instantie zien we vaak geen ziekteverschijnselen bij deze paarden, maar ze kunnen wel nog heel lang de bacterie uitscheiden en zo andere paarden besmetten. Door de luchtzakken schoon te spoelen met onder andere antibiotica kunnen we proberen het dragerschap op te lossen.
De diagnose droes kan op verschillende manieren gesteld worden. De meest gebruikte manier is het nemen van een neusswab, waarop de bacterie kan worden aangetoond. Ook kan het door middel van een spoeling van de neus of een spoeling van de luchtzakken. In alle gevallen wordt het DNA van de bacterie aangetoond door het laboratorium.
In principe behandelen we een paard met droes niet. In sommige meer ernstige gevallen is ondersteunende therapie, zoals koortsremming nodig. Ondanks dat de ziekte door een bacterie wordt veroorzaakt zetten we doorgaans geen antibiotica in. Dit omdat de bacterie in grote getallen in de abcessen aanwezig is en de antibiotica onvoldoende in die abcessen doordringen. Uiteindelijk zullen we de duur van de ziekte dan verlengen in plaats van dat we het paard beter maken.
De prognose is over het algemeen gunstig. De meeste paarden herstellen, al kan dit wel wat tijd kosten. Een enkeling komt door complicaties te overlijden. Bij verslagen droes is de prognose slecht.
Bij een uitbraak moeten maatregelen worden genomen op de betrokken stal. De bacterie verspreidt zich makkelijk door direct contact tussen paarden, maar ook door gemeenschappelijk gebruik van voer- en waterbakken, materialen en kleding en handen van mensen. Door het instellen van isolatie en hygiënemaatregelen kan geprobeerd worden het aantal besmette paarden te beperken. Dit vraagt veel werk en toewijding van de stal- en paardeneigenaren.
Het bedrijf zal op slot moeten voor inkomende en uitgaande paarden tot 6 weken na het laatste opengebroken abces.
De bacterie kan onder gunstige omstandigheden tot 2 maanden overleven in bijvoorbeeld water of op hout. Gelukkig is de bacterie makkelijk te doden door gebruik van de meeste desinfectiemiddelen zoals bleek.
Ook voor droes is een vaccin beschikbaar. Deze kan worden gegeven aan gezonde paarden vanaf een leeftijd van 4 maanden. Het vaccin bestaat uit een kleine hoeveelheid vloeistof die wordt geïnjecteerd in de binnenkant van de bovenlip van het paard. De vaccinatie bestaat uit een basisvaccinatie van 2 injecties met 4 weken daartussen. Daarna moet het vaccin elke 6 maanden worden herhaald. Op bedrijven waar een verhoogd risico op droes bestaat vanwege eerdere infecties, is het aan te raden de herhaling elke 3 maanden te laten plaatsvinden.
Kwaliteit, innovatie en laagdrempeligheid. Dat is waar Lingehoeve Diergeneeskunde voor staat. We werken met een team van toegewijde dierenartsen en paraveterinairen die ieder hun eigen interessegebied hebben en op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen.