Voor spoed zijn wij 24 uur per dag bereikbaar op 0488 48 29 00 | Contact
Voor spoed zijn wij 24 uur
per dag bereikbaar op
0488 48 29 00 | Contact
Suikerziekte, ofwel Diabetes Mellitus ontstaat door een tekort aan het hormoon insuline. Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier en zorgt voor de opname van suiker (glucose) uit het bloed in de cellen. Dit is nodig omdat het een belangrijke brandstof is. Bij suikerziekte blijft glucose in het bloed terwijl er juist in de meeste cellen een tekort is.
De meest voorkomende symptomen zijn:
Het is niet altijd duidelijk wat de oorzaak is van suikerziekte bij uw huisdier. Soms is het een reactie van het afweersysteem. Het keert zich tegen de cellen in de alvleesklier die insuline produceren, waardoor deze cellen worden vernietigd.
Ook bijwerkingen van bepaalde medicijnen zoals prednison kunnen bijdragen aan het ontstaan van suikerziekte. De ziekte van Cushing, een aandoening waarbij te veel stresshormoon in de nieren wordt geproduceerd kan leiden tot suikerziekte.
Suikerziekte komt vaker voor bij teven dan bij reuen. In de periode na de loopsheid produceert elke teef, zwanger of niet, gedurende 8-10 weken het hormoon progesteron. Progesteron kan leiden tot een verhoogde productie van groeihormoon. Groeihormoon gaat de werking van insuline tegen. Hierdoor kan juist in de periode na de loopsheid suikerziekte ontstaan. Wordt dit op tijd vastgesteld zal de teef snel worden gesteriliseerd, hierdoor kan in sommige gevallen de suikerziekte helemaal verdwijnen.
Insuline wordt in de alvleesklier geproduceerd. Wanneer ontsteking van de alvleesklier optreed kan dit ook suikerziekte als gevolg hebben.
In alle gevallen is het resultaat uiteindelijk dat er te weinig insuline wordt geproduceerd in de alvleesklier om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden.
De diagnose suikerziekte wordt gesteld door het vaststellen van een verhoogd glucosegehalte in het bloed. Stress heeft invloed op het suikergehalte in het bloed, eenmalig te hoog bloedsuikergehalte zegt daarom niet alles. Om die reden wordt ook vaak fructosamine gemeten in het bloed. Dit geeft de hoogte van het suikergehalte in het bloed gedurende een periode van enkele weken weer.
Het tekort aan insuline moet worden aangevuld. Het dier moet daarom twee keer per dag op vaste tijden een injectie krijgen met insuline. Daarnaast is een aangepast dieet belangrijk. Teven met suikerziekte moeten worden gesteriliseerd.
Het geven van injecties klinkt misschien eng maar iedereen kan het leren. We hebben in onze kliniek paraveterinairen die speciaal zijn opgeleid als diabetesconsultes. Zij verzorgen de nodige uitleg en begeleiding. Ook kunnen zij al uw vragen beantwoorden en zorgen voor de glucosecontroles in de kliniek.
Het meest gebruikte middel bij honden is Caninsulin. Dit wordt met insulinespuitjes of een insulinepen toegediend. Caninsulin moet in de koelkast worden bewaard en voor gebruik even schudden. Het middel werkt maximaal 12 uur. Dit wordt twee keer per dag toegediend met 12 uur tussentijd. Dit moet elke dag op hetzelfde tijdstip gebeuren.
De juiste dosering van de Caninsulin is voor elke hond anders: uw hond moet worden ingesteld. Dit houdt in dat zeer regelmatig het bloedsuiker moet worden gecontroleerd. Dit kan bij onze diabetesconsulentes in de kliniek, maar we kunnen u ook leren om zelf thuis bloed af te nemen bij uw hond. Voor de controle is slechts 1 druppel bloed nodig.
Het kan soms nodig zijn om een dagcurve te maken, waarbij om het uur het bloedsuiker wordt gemeten. Dit is vooral belangrijk indien de behandeling niet goed lijkt aan te slaan.
Is eenmaal de juiste dosering insuline gevonden dan zal uw hond snel herstellen. Het aantal controles kan dan worden verminderd. Toch blijft regelmatige controle noodzakelijk. De behoefte aan insuline kan veranderen en dan is het nodig de dosering aan te passen. Is uw hond eenmaal goed ingesteld dan kan het dier een normaal leven leiden.
Om de bloedsuikerspiegel zo constant mogelijk te houden, is voeding erg belangrijk. De hond moet vlak voor elke insuline injectie een maaltijd krijgen. Wil het dier niet eten? Dan mag slechts een derde deel van de normale insuline dosering gegeven worden. Geeft u eerst de insuline injectie en wil de hond daarna niet eten, dan bestaat er kans op een hypo. Een hypo, ofwel hypoglycemie is het moment waarbij het bloedsuiker te laag wordt.
Het beste is om uw hond een speciaal dieetvoer te gaan geven. Dit zorgt voor een constante bloedsuiker spiegel en ondersteunt de behandeling. Onze diabetesconsultes kunnen hier alles over vertellen. Daarnaast is het belangrijk om de hond op een gezond gewicht te krijgen in het geval van overgewicht.
Indien suikerziekte niet wordt behandeld kan er schade in het lichaam ontstaan. Dit komt vooral door een te hoge bloedsuiker, ofwel hyper. De hond kan blind worden, de nierfunctie gaat achteruit, wonden genezen slecht en er is een grotere kans op blaas- of nierbekkenontsteking.
Uiteindelijk ontstaat ketoacidose, een situatie met ernstige bloedverzuring. Hierbij is kaliumgehalte in het bloed veel te laag. De hond is dan zeer ernstig ziek en moet zo snel mogelijk worden opgenomen voor intensieve behandeling.
Bij hypoglycemie krijgen de hersenen te weinig brandstof. Dit kan levensbedreigend zijn!
Het is dan ook heel belangrijk dat u de verschijnselen van een hypo herkent en tijdig handelt:
Deze situatie kan zich op elk moment van de dag voordoen maar meestal treedt het 2 tot 4 uur na het toedienen van de insuline op. Hypoglycemie ontstaat wanneer de hond meer insuline krijgt dan op dat moment nodig is.
De belangrijkste oorzaken van hypoglycemie zijn:
Bij Lingehoeve Diergeneeskunde kunt u altijd terecht voor de beste zorg voor uw huisdier. Onze dierenartsen zijn betrokken, zeer kundig en uiteraard op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de diergeneeskunde. Daarnaast hebben veel dierenartsen uit interesse extra kennis en vaardigheden opgedaan in een of meerdere vakgebieden. Omdat we beschikken over een uitgebreid assortiment van de modernste apparatuur, zijn wij in staat om snel een diagnose en een optimale behandeling voor uw dier in te kunnen stellen.